Deutsch
Detailübersetzungen für Jagdrecht (Deutsch) ins Niederländisch
Jagdrecht: (*Wort und Satz getrennt)
- Jagd: jacht; jagen; zoektocht; speurtocht; jachtpartij; wildjacht; jaagpartij; jachtrit
- recht: rechts; eerlijk; fair; rechtaan; precies goed
- Recht: gelijk; recht; gerechtigheid; gewoonterecht; bezit; goederen; eigendom; bezittingen; have; rechtvaardigheid; eigenschap van rechtvaardigheid; bevoegdheid