Deutsch
Detailübersetzungen für Grauwert (Deutsch) ins Niederländisch
Grauwert: (*Wort und Satz getrennt)
- grau: grijs; grauwkleurig; grauw; vaal; mat; dof; beslagen; flets; niet helder; glansloos
- wert: waard; favoriete; lievelings; dierbaar; geselecteerd; toegenegen; verkoren; beroemd; aanzienlijk; voornaam; verheven; gewichtig; adelijk; illuster; hooggeplaatst; gedistingeerd; doorluchtig
- Grau: somberheid; grauwheid; grijsheid; kleurloosheid; grijze kleur; grauwte
- Wert: waarde; verdienste; merite; zin; betekenis; bedoeling; beduiding; beduidenis; belang; gewichtigheid