Boxen: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

boxen:
- boksen
Wiktionary:
- Boxen → boksen
- Boxen → boksen
- boxen → boksen
- boxen → boksen

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

boxen:
- Lautsprechern
box:
- Box; Gehäuse; Schachtel; Karton; Dose; Klo; Schuppen; Gefäß; Kittchen; Loch; Büchse; Kasten; Abteil; Kapsel; Verschlag; Flugschreiber; Babybox
Wiktionary:
- box → Stand
- box → Laufgitter, Lautsprecher

Deutsch

Detailübersetzungen für Boxen (Deutsch) ins Niederländisch

boxen:

boxen Verb (boxe, boxt, boxte, boxtet, geboxt)

boxen
boksen
- boksen Verb (boks, bokst, bokste, boksten, gebokst)

Konjugationen für boxen:

Präsens

boxe
boxt
boxt
boxen
boxt
boxen

Imperfekt

boxte
boxtest
boxte
boxten
boxtet
boxten

Perfekt

habe geboxt
hast geboxt
hat geboxt
haben geboxt
habt geboxt
haben geboxt

1. Konjunktiv [1]

boxe
boxest
boxe
boxen
boxet
boxen

2. Konjunktiv

boxte
boxtest
boxte
boxten
boxtet
boxten

Futur 1

werde boxen
wirst boxen
wird boxen
werden boxen
werdet boxen
werden boxen

1. Konjunktiv [2]

würde boxen
würdest boxen
würde boxen
würden boxen
würdet boxen
würden boxen

Diverses

box!
boxt!
boxen Sie!
geboxt
boxend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Übersetzung Matrix für boxen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
boksen	boxen

Synonyms for "boxen":

dreschen; hauen; kloppen; prügeln; schlagen

Wiktionary Übersetzungen für boxen:

boxen

verb

vuistvechten als sport
- boksen → boxen

Cross Translation:

From	To	Via
• boxen	→ boksen	↔ box — fight against (a person) in a boxing match

Boxen:

Synonyms for "Boxen":

Boxkampf; Faustkampf; Sport; Sportart

Wiktionary Übersetzungen für Boxen:

Boxen

noun

Sport: eine Kampfsportart, die mit den Fäusten betrieben wird
- Boxen → boksen

Boxen

noun

een tactische vechtsport
- boksen → Boxen

Cross Translation:

From	To	Via
• Boxen	→ boksen	↔ boxing — the sport of boxing

Computerübersetzung von Drittern:

Niederländisch

Detailübersetzungen für Boxen (Niederländisch) ins Deutsch

boxen:

boxen [de ~] Nomen, Plural

de boxen (luidsprekers)
der Lautsprechern
- Lautsprechern [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für boxen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Lautsprechern	boxen; luidsprekers

box:

box [de ~ (m)] Nomen

de box (opbergruimte)
die Box; Gehäuse; die Schachtel; der Karton; die Dose; Klo; der Schuppen; Gefäß; Kittchen; Loch; die Büchse; der Kasten; Abteil; die Kapsel; der Verschlag; der Flugschreiber
- Box [die ~] Nomen
- Gehäuse [das ~] Nomen
- Schachtel [die ~] Nomen
- Karton [der ~] Nomen
- Dose [die ~] Nomen
- Klo [das ~] Nomen
- Schuppen [der ~] Nomen
- Gefäß [das ~] Nomen
- Kittchen [das ~] Nomen
- Loch [das ~] Nomen
- Büchse [die ~] Nomen
- Kasten [der ~] Nomen
- Abteil [das ~] Nomen
- Kapsel [die ~] Nomen
- Verschlag [der ~] Nomen
- Flugschreiber [der ~] Nomen
de box (babybox)
der Babybox
- Babybox [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für box:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Abteil	box; opbergruimte
Babybox	babybox; box
Box	box; opbergruimte	hutje; kot; krot
Büchse	box; opbergruimte	blik; blikje; buitenkant; buks; bus; busje; conservenblik; doos; dun metaal; etui; foedraal; huls; karabijn; koker; kokervormig doosje; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergdoos; tin; trom; trommel
Dose	box; opbergruimte	blik; blikje; buitenkant; bus; conservenblik; doos; dosis; huls; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergdoos; portie; tin; trom; trommel; verpakking
Flugschreiber	box; opbergruimte	buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel
Gefäß	box; opbergruimte	bak; beker; bokaal; buitenkant; cup; doos; etensbak; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; ovenschaal; schaal; verpakking
Gehäuse	box; opbergruimte	buitenkant; etui; foedraal; huls; klokhuis; koker; kokervormig doosje; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking
Kapsel	box; opbergruimte	buitenkant; capsule; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking
Karton	box; opbergruimte	buitenkant; doos; huls; karton; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; verpakking
Kasten	box; opbergruimte	buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking
Kittchen	box; opbergruimte
Klo	box; opbergruimte	latrine
Loch	box; opbergruimte	bres; buurtschap; deuropening; gaatje; gat; gehucht; lek; lekken; opening; waterlek
Schachtel	box; opbergruimte	buitenkant; doos; doosje; huls; kleine opbergdoos; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; verpakking
Schuppen	box; opbergruimte	autogarages; autostallingen; berghok; berghokken; berging; bergingen; bergruimte; garages; hokje; hokken; hutje; kot; krot; krotwoning; schuur; schuurtje; wagenschuren
Verschlag	box; opbergruimte	dierenverblijfplaats; hok; hokje; hol; hol van een dier; kooi; leger; schuilplaats; vogelkooi

Wiktionary Übersetzungen für box:

box

noun

kleine Abteilung eines Stalles
- Stand → box

Cross Translation:

From	To	Via
• box	→ Laufgitter	↔ playpen — space for children to play
• box	→ Lautsprecher	↔ speaker — loudspeaker

Computerübersetzung von Drittern:

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Boxen

Detailübersetzungen für Boxen (Deutsch) ins Niederländisch

boxen:

boxen Verb (boxe, boxt, boxte, boxtet, geboxt)

boxen

Konjugationen für boxen:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Übersetzung Matrix für boxen:

Synonyms for "boxen":

Wiktionary Übersetzungen für boxen:

Boxen:

Synonyms for "Boxen":

Wiktionary Übersetzungen für Boxen:

Detailübersetzungen für Boxen (Niederländisch) ins Deutsch

boxen:

boxen [de ~] Nomen, Plural

de boxen (luidsprekers)

Übersetzung Matrix für boxen:

Verwandte Wörter für "boxen":

box:

box [de ~ (m)] Nomen

de box (opbergruimte)

de box (babybox)

Übersetzung Matrix für box:

Verwandte Wörter für "box":

Wiktionary Übersetzungen für box: