Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Anziehung

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Anziehung

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Anziehung:
- aantrekking; attractiviteit; aantrekkelijkheid; oploop
Wiktionary:
- Anziehung → aantrekkingskracht

Deutsch

Detailübersetzungen für Anziehung (Deutsch) ins Niederländisch

Anziehung:

Anziehung [die ~] Nomen

die Anziehung
de aantrekking
- aantrekking [de ~ (v)] Nomen
die Anziehung (Reiz; Verlockung)
de attractiviteit; de aantrekkelijkheid
- attractiviteit [de ~ (v)] Nomen
- aantrekkelijkheid [de ~ (v)] Nomen
die Anziehung (Auflauf; Zusammenlauf)
de oploop
- oploop [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für Anziehung:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aantrekkelijkheid	Anziehung; Reiz; Verlockung	Anmut; Bezauberung; Charme; Grazie; Lieblichkeit; Liebreiz; Reiz; Scharm; Verführung; Versuchung; Zauber
aantrekking	Anziehung
attractiviteit	Anziehung; Reiz; Verlockung
oploop	Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf

Synonyms for "Anziehung":

Adhäsion; Verklebung; Verwachsung
Affinität; Begierde; Geneigtheit; Hang; Lust; Neigung; Tendenz; Verlangen
Anziehungskraft; Zugkraft

Wiktionary Übersetzungen für Anziehung:

Cross Translation:

From	To	Via
• Anziehung	→ aantrekkingskracht	↔ attraction — The tendency to attract