Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Datenbank

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Datenbank

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Datenbank:
- databestand; databank; gegevensbank; database; gegevensbestand; archief
Wiktionary:
- Datenbank → database
- Datenbank → database, databank

Deutsch

Detailübersetzungen für Datenbank (Deutsch) ins Niederländisch

Datenbank:

Datenbank [die ~] Nomen

die Datenbank (Datenbestand)
het databestand; de databank; de gegevensbank; de database
- databestand [het ~] Nomen
- databank [de ~] Nomen
- gegevensbank [de ~] Nomen
- database [de ~ (v)] Nomen
die Datenbank (Datenbestand)
het gegevensbestand; het archief
- gegevensbestand [het ~] Nomen
- archief [het ~] Nomen
die Datenbank
de database
- database [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für Datenbank:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
archief	Datenbank; Datenbestand	Annale; Archiv; Archive; Dossiers; Jahrbuch; Speicher
databank	Datenbank; Datenbestand
database	Datenbank; Datenbestand
databestand	Datenbank; Datenbestand
gegevensbank	Datenbank; Datenbestand	Datenbasis
gegevensbestand	Datenbank; Datenbestand	Datendatei

Synonyms for "Datenbank":

Auflistung; Aufstellung; Aufzählung; Gliederung; Liste; Register; Tabelle; Verzeichnis; Daten; Datenansammlung; Fakten; Information; Wissen
Datensammlung; elektronischer Karteikasten

Wiktionary Übersetzungen für Datenbank:

Datenbank

noun

een plaats waar informatie over bepaalde onderwerpen in digitale vorm verzameld, opgeslagen en geconsulteerd kunnen worden
- database → Datenbank

Cross Translation:

From	To	Via
• Datenbank	→ database; databank	↔ database — collection of information
• Datenbank	→ databank; database	↔ database — software program

Niederländisch

Detailübersetzungen für Datenbank (Niederländisch) ins Deutsch

Datenbank: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

dat: das; diese; dieser; dieses
bank: Couch; Sofa; Kanapee; Handelsbank; Sitzplatz; Sitzbank; Bank; Bankgebäude