Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: keifen

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: keifen

Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. keifen:
  2. Wiktionary:

Deutsch

Detailübersetzungen für keifen (Deutsch) ins Niederländisch

keifen:

keifen Verb (keife, keifst, keift, keifte, keiftet, gekeift)

  1. keifen (schreien; brüllen; toben; )
    janken; brullen; gillen
    • janken Verb (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
    • brullen Verb (brul, brult, brulde, brulden, gebruld)
    • gillen Verb (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)
  2. keifen (sichstreiten; streiten; schimpfen; )
    ruziën; ruzie maken; twisten; krakelen; kiften; kijven
    • ruziën Verb (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)
    • ruzie maken Verb (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)
    • twisten Verb (twist, twistte, twistten, getwist)
    • krakelen Verb
    • kiften Verb (kift, kiftte, kiftten, gekift)
    • kijven Verb (kijf, kijft, keef, keven, gekeven)
  3. keifen (schelten; schimpfen)
    tekeergaan; uitvaren; uit de slof schieten; donderen
    • tekeergaan Verb (ga tekeer, gaat tekeer, ging tekeer, gingen tekeer, tekeergegaan)
    • uitvaren Verb (vaar uit, vaart uit, voer uit, voeren uit, uitgevaren)
    • donderen Verb (donder, dondert, donderde, donderden, gedonderd)

Konjugationen für keifen:

Präsens
  1. keife
  2. keifst
  3. keift
  4. keifen
  5. keift
  6. keifen
Imperfekt
  1. keifte
  2. keiftest
  3. keifte
  4. keiften
  5. keiftet
  6. keiften
Perfekt
  1. habe gekeift
  2. hast gekeift
  3. hat gekeift
  4. haben gekeift
  5. habt gekeift
  6. haben gekeift
1. Konjunktiv [1]
  1. keife
  2. keifest
  3. keife
  4. keifen
  5. keifet
  6. keifen
2. Konjunktiv
  1. keifte
  2. keiftest
  3. keifte
  4. keiften
  5. keiftet
  6. keiften
Futur 1
  1. werde keifen
  2. wirst keifen
  3. wird keifen
  4. werden keifen
  5. werdet keifen
  6. werden keifen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde keifen
  2. würdest keifen
  3. würde keifen
  4. würden keifen
  5. würdet keifen
  6. würden keifen
Diverses
  1. keif!
  2. keift!
  3. keifen Sie!
  5. gekeift
  6. keifend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Übersetzung Matrix für keifen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
donderen Donner; Donnern; Gepolter
gillen Schreien
ruzie maken Streiten
uitvaren Abfahrt; abfahren; abreisen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brullen brüllen; herausschreien; heulen; jauchzen; johlen; jubeln; keifen; lautauf schreien; schreien; toben bellen; brüllen; donnern; dröhnen; fegen; grassieren; hausen; herausschreien; heulen; jagen; johlen; kläffen; kreischen; lärmen; poltern; rasen; sausen; schallen; schreien; singen; skandieren; toben; tosen; weinen; wettern; wüten; zischen
donderen keifen; schelten; schimpfen blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern
gillen brüllen; herausschreien; heulen; jauchzen; johlen; jubeln; keifen; lautauf schreien; schreien; toben plärren; schreien
janken brüllen; herausschreien; heulen; jauchzen; johlen; jubeln; keifen; lautauf schreien; schreien; toben brüllen; flennen; greinen; herausschreien; heulen; kreischen; plärren; schluchzen; schreien; weinen
kiften keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken zanken
kijven keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken
krakelen keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken
ruzie maken keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken
ruziën keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken
tekeergaan keifen; schelten; schimpfen ausfahren; brüllen; donnern; rasen; schallen; schelten; schimpfen; toben; tosen; wüten
twisten keifen; schelten; schimpfen; sichstreiten; sichzanken; streiten; zanken argumentieren; debattieren; sich sanken; sich streiten; sichzanken; streiten; wiederholt krümmen
uit de slof schieten keifen; schelten; schimpfen
uitvaren keifen; schelten; schimpfen ausfahren; auslaufen

Synonyms for "keifen":


Wiktionary Übersetzungen für keifen:

keifen
verb
  1. ruzie maken, een woordenstrijd hebben

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0319 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden