Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Notlage:
-
Wiktionary:
Notlage → noodtoestand
Notlage → in het nauw, nood -
Synonyms for "Notlage":
Notfall; Notsituation
Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krise; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand
Bedrängnis; Elend; Leid
Krisensituation; Notstand
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Notlage (Deutsch) ins Niederländisch
Notlage: (*Wort und Satz getrennt)
- Not: nood; noodtoestand; behoeftigheid; noodwendigheid; zorgen; problemen; sores; ongeluk; ramp; pech; tegenslag; moeilijkheden; ellende; terugslag; onheil; tegenspoed; rampspoed; malheur; onspoed; gebrek; armoede; misère; kwel; kommer
- Lage: ligging; positie; levensomstandigheden; tafel; lijst; tabel; zwemslag; plaatsbepaling
Notlage:
Synonyms for "Notlage":
Wiktionary Übersetzungen für Notlage:
Notlage
Cross Translation:
noun
-
schwierige, bedrohende Situation
- Notlage → noodtoestand
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Notlage | → in het nauw | ↔ dire straits — difficult position |
| • Notlage | → nood | ↔ emergency — situation requiring urgent assistance |