Deutsch
Detailübersetzungen für wahrzunehmen (Deutsch) ins Niederländisch
wahrzunehmen: (*Wort und Satz getrennt)
- wahr: waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; waarachtig; effectief; reëel; warempel; metterdaad; echt; werkelijk; heus; gewoonweg; openlijk; ronduit; rechttoe; klinkklaar
- zunehmen: stijgen; opzetten; groeien; toenemen; gedijen; groter worden; aangroeien; aanzwellen; omhooggaan; aanwinnen; aanwassen; de hoogte ingaan; aankomen; dikker worden; zwaarder worden; rijzen; omhoog komen; omhoogstijgen; omhoog rijzen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen; talrijker maken; verdampen; vervliegen; tot damp worden
Spelling Suggestions for: wahrzunehmen
Computerübersetzung von Drittern: