Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Krankengeschichte:
-
Wiktionary:
Krankengeschichte → anamnese
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Krankengeschichte (Deutsch) ins Niederländisch
Krankengeschichte: (*Wort und Satz getrennt)
- kränken: kwetsen; pijn doen; krenken; grieven; zeer doen; verwonden; blesseren; bezeren; aantasten; bezoedelen; eer door het slijk halen; benadelen; schaden; duperen; kwaadspreken; lasteren; belasteren; schade berokkenen; smaden; schade toebrengen aan; nadeel toebrengen; leed berokkenen
- Geschichte: geschiedenis; historie; verslag; verhaal; rapport; weergave; reportage; verhaaltje; relaas; vertelling; vertelsel; verdichtsel; sprookje; leugen; fictie; fabel; verzinsel; verdichting; bedenksel; geval; probleemgeval
Wiktionary Übersetzungen für Krankengeschichte:
Krankengeschichte
noun
-
een vraaggesprek naar de ziektegeschiedenis