Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
wagemutig sein:
-
Wiktionary:
wagemutig sein → kans lopen, op het spel zetten, risico lopen, riskeren, wagen, zich vermetelen, bestaan, durven
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für wagemutig sein (Deutsch) ins Niederländisch
wagemutig sein: (*Wort und Satz getrennt)
- wagemutig: uitdagend; provocerend; gewaagd; pikant; gedurfd; stout; moedig; dapper; heldhaftig; kloek; heroïsch; koen; stoutmoedig; onverschrokken; onbevreesd; kranig; vermetel; onvervaard; manmoedig; onbeducht
- Sein: zijn; bestaan; leven; existentie
- sein: behoren bij; behoren tot; zijn van; toebehoren aan; spruiten; uitschieten; uitschieten plantkunde; zijn
Wiktionary Übersetzungen für wagemutig sein:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • wagemutig sein | → kans lopen; op het spel zetten; risico lopen; riskeren; wagen; zich vermetelen | ↔ aventurer — hasarder, mettre à l’aventure. |
| • wagemutig sein | → kans lopen; op het spel zetten; risico lopen; riskeren; wagen; bestaan; durven; zich vermetelen | ↔ oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose. |